Betekenisvol onderwijs: leren in de praktijk op VMBO Maartensdijk
Op Aeres VMBO Maartensdijk krijgen leerlingen betekenisvol onderwijs. Ze leren in de praktijk en ontwikkelen vaardigheden om te kunnen functioneren in een samenleving die verandert. Voor docenten betekent dit steeds meer vakoverstijgend werken, samenwerken met bedrijven en coachen van leerlingen. Om dit vorm te geven in het onderwijs, werkt de school onder andere met de methode Leren voor Duurzame Ontwikkeling en het Educatief Programma Floriade. José Dorresteijn, projectleider onderwijsvernieuwing van VMBO Maartensdijk, coördineert het project.
Iets meer dan 300 leerlingen in zestien klassen (vijf 2e klassen, zes 3e klassen en vijf 4e klassen) gingen op zoek naar een idee of oplossing voor een zelf gekozen vraagstuk over duurzaamheid gekoppeld aan één van de vier subthema’s: voeding, gezondheid, groen of energie. Ook brachten zij een bezoek aan het Floriade park, dat als voorbeeld diende van de stad van 2050.
De opbouw van het leertraject
“We hebben het programma in drie dagen doorlopen. Over de opbouw hebben we goed nagedacht. Dag één stond in het teken van voorbereiding. Leerlingen oriënteerden zich op de opdracht, maakten een keuze voor een thema en stelden groepjes samen. Ook maakten ze de onderzoeksvraag en deelvragen.” Op dag twee gingen alle klassen naar het Floriade park om informatie te verzamelen. “Omdat het park erg groot is, hebben we per thema een aantal paviljoens aangewezen. Daar moesten de leerlingen naartoe, een selfie maken en hun bevindingen delen.” De derde dag werkten leerlingen met hun groepje de verzamelde informatie uit tot een conclusie en een idee of oplossing. Die presenteerden ze aan hun klas met een pitch, inclusief poster of PowerPointpresentatie. “Dat is echt heel goed gegaan. Alle leerlingen hebben gepresenteerd en naar elkaar geluisterd.”
Goede voorbereiding
“De leeropbrengsten vallen of staan bij de voorbereiding. Leerlingen hebben een aantal basisvaardigheden nodig om op deze manier te kunnen werken. Denk bijvoorbeeld aan digitale vaardigheden, iets kunnen opzoeken, samenwerken, plannen, presenteren. Het is niet vanzelfsprekend dat leerlingen deze vaardigheden hebben en kunnen toepassen. Ook aan de basiskennis moet soms worden gewerkt. Wat is duurzaamheid? Hoe zie je dat terug in je eigen omgeving? Wat is een onderzoeksvraag en wat ga je dan eigenlijk doen? Sommige leerlingen hebben extra begeleiding nodig in deze onderzoekende manier van werken. En dat geldt logischerwijs ook voor sommige docenten in de begeleiding van de leerlingen.”
José maakte zelf een projectboekje voor de leerlingen waarin zij de vertaalslag maakte naar het vmbo. “Het lesmateriaal is soms nog ‘wat talig’ voor onze leerlingen. Dat is iets om in de toekomst aandacht aan te besteden.”
Formuleren van de onderzoeksvraag
Het goed formuleren van de onderzoeksvraag was belangrijk voor het verloop van het hele programma. “Dit was het moeilijkste stukje van het project. Onze leerlingen hebben gerichte vragen nodig om een opdracht uit te kunnen voeren. Dus niet ‘Welke bomen horen in de stad van 2050?’, maar ‘Welke boom heeft niet zoveel water nodig en is geschikt om te planten in een park?’. Bij een te grote of open vraag hadden leerlingen meer moeite om gericht naar informatie te zoeken. Dat zag je ook terug in hun presentaties. Als ze de vraag gerichter hadden, dan lukte het vinden van een oplossing ook beter.”
Ervaring van de leerlingen
Aan het eind van dag drie bespraken de docenten met de leerlingen wat ze ervan vonden en wat ze geleerd hadden. “We kregen wisselende reacties op het bezoek aan het park. Sommigen vonden het saai. Het was geen pretpark. Maar ook ‘Mooi’ en ‘We hebben het gezellig gehad’. Al met al was het bezoek de moeite waard.”
“Veel gl/tl leerlingen gingen enthousiast aan de slag. Er werd eens wat van hun gevraagd in plaats van andersom. De lat mag best wel hoog liggen, leerlingen hebben een uitdaging nodig om zich te ontwikkelen. Ook zijn er best een paar pittige klassen bij. Juist in die klassen werkte het samenwerken in groepjes goed. Leerlingen werden op hun zelfstandigheid aangesproken. Ze wilden elkaar helpen en voelden zich verantwoordelijk voor het resultaat van de groep. Dat werkt motiverend.”
Belangrijkste leerpunten
“We hebben het programma in een heel snel tempo doorlopen. Met wat extra ruimte voor reflectie en bijsturen is het resultaat waarschijnlijk beter. Bijvoorbeeld met telkens een week tijd tussen de onderzoeksstappen. Dan kan het bij de leerlingen bezinken en groeien, en heb je als docent meer opties voor begeleiding. En aan het eind van de dag nabespreken met docenten heeft voor ons heel goed gewerkt. Het is toch fijn om met elkaar te delen wat er goed gaat en waar we hulp of feedback bij kunnen gebruiken.”
Koppeling met de praktijk
“Wij hebben het Educatief Programma nu gekoppeld aan een bezoek aan Floriade, maar je kunt deze manier van leren natuurlijk overal toepassen.” Dorresteijn zoekt hiervoor graag de verbinding met lokale partijen op. De gemeente, supermarkt, zonnecollectief of een imker in de buurt. “Leerlingen zullen steeds meer gaan leren in de praktijk, met echte opdrachten en opdrachtgevers. Vaardigheden en houding van de leerling zijn dan belangrijk. Kan een leerling samenwerken in een team en zelfstandig functioneren in een bedrijf; kunnen ze kennis over veiligheid en hygiëne toepassen; heeft een leerling een onderzoekende houding. Vakinhoudelijke kennis komt wel. Leerlingen moeten zelf dingen zien, meten en onderzoeken. Daar gaat het om.”