LvDO: leren in een nieuw perspectief
Jan Hoed is docentenopleider en onderwijsvernieuwer bij Aeres Hogeschool Wageningen. Hij werkte onder andere mee aan de publicatie ‘Leren voor Duurzame Ontwikkeling, Gewoon Doen’ en begeleidt docenten, studenten en scholen die LvDO een plek willen geven in hun onderwijsactiviteiten. Voordat Jan in het groene onderwijs begon, werkte hij o.a. als coördinator landschap- en natuurbeheer bij een provinciale stichting en bij het toenmalige Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij als medewerker natuur en landschap. Die ecologische blik wil hij meegeven aan anderen.
“Ik wil graag dat jongeren beseffen dat er ecologische basisprincipes zijn waar wij als mensen mee te maken hebben. Dat heeft me mede aangezet tot een bijdrage leveren aan groen onderwijs. ”
Toegerust voor duurzame ontwikkeling
De kern van LvDO volgens Jan? “Het zijn nogal complexe uitdagingen waar we anno 2022 voor staan. Mensen worden toegerust om een beredeneerde keuze te maken voor duurzame ontwikkeling. Of het nu in je werk is, binnen je vakgebied of als burger. Het resultaat is een groep leerlingen en studenten met de vaardigheden en het vertrouwen dat ze het kunnen fiksen – en daar ook plezier in hebben. Doordat ze invloed kunnen uitoefenen om een bijdrage te leveren aan de ideale maatschappij.”
Het is volgens Jan keihard nodig dat we leren omgaan met die ingewikkelde en weerbarstige vraagstukken waar we mee te maken hebben. “Het is heel lastig om je kop er omheen te krijgen, helemaal als je jong bent. Ook docenten weten het antwoord vaak niet. Omdat er verschillende perspectieven zijn of nieuwe technologie nodig is. En dat is een fantastisch principe om mee te starten. Je weet het met zijn allen niet en probeert zo’n goede vraag te stellen dat die aanzet tot beweging, tot verandering.”
Duurzaamheid een plek in het leertraject
Docenten zijn opgeleid om vanuit kennis met mensen aan de slag te gaan. Jan daagt hen uit om op een andere manier naar leren te kijken. “Je mag kritische vragen stellen. Waar is leren nou voor bedoeld? Wat voor leeromgeving wil je creëren voor je leerlingen? Welke maatschappelijke beweging willen we? Wat is nou écht van belang in deze tijd? En hoe begeleid je leren waarbij leerlingen en studenten echte vraagstukken uit de maatschappij als vertrekpunt nemen?”
“Geef leerlingen mee om niet alleen vanuit bedrijfseconomisch- of innovatieperspectief naar een vraagstuk van een opdrachtgever te kijken, maar ook vanuit duurzaamheidsperspectief. Wat betekent onze oplossing voor het landschap, klimaat, natuur en biodiversiteit? En welke relatie zien we vanuit de Sustainable Development Goals? Welke waarde en betekenis heeft dit voor jou en de opdrachtgever? Dat ze dat inzicht – vanuit onderzoek samen durven bijdragen aan duurzame oplossingen – meenemen in hun leven en werk, is voor mij het toppunt van leren.”
Leren staat centraal
Docenten en leerlingen gaan op een totaal andere manier werken. “In plaats van bewijzen wat we geleerd hebben, stellen we het leren zelf centraal. Echte vraagstukken zijn het vertrekpunt van het onderwijs en dat moet didactisch worden vastgelegd in het curriculum. De praktijk is onderdeel van de leeromgeving. Het vraagstuk is hún vraagstuk. Dat maakt dat leerlingen en studenten zich meer verantwoordelijk voelen en gemotiveerd zijn. Het leerproces heeft wel steeds verband met het curriculum en dat ga je samen zoeken. Begeleiden krijgt meer het karakter van onderzoeksbegeleiding: zowel het praktijkvraagstuk, de projectgroep en de individuele leerling of student zijn onderwerp van onderzoek.”
Hoe je dat toetst? “Leerlingen maken bijvoorbeeld een verslag van hun product, advies of oplossing met een reflectie op hun eigen rol in het leertraject. Of door een eindpresentatie die aan kwaliteitseisen moet voldoen. Die eisen kun je samen vaststellen. Wat verstaan we onder kwaliteit? Wanneer is iets goed? Het is verrassend met welke criteria leerlingen komen en hoe hoog ze de lat eigenlijk leggen.”
Lef en moed
“Iedereen (onderwijsprofessionals, ouders, leerlingen, bedrijven, de inspectie) heeft opvattingen over wat onderwijs zou moeten zijn. Vaak is dat gebaseerd op de gedachte ‘de leerling volgt onderwijs’. En daar ga je tegenin fietsen omdat je gelooft dat het anders kan, bijvoorbeeld ‘het onderwijs volgt de leerling’. Scholen die vanuit echte praktijkvraagstukken met LvDO aan de slag gaan, hebben een behoorlijke hoeveelheid lef en moed nodig.”
Docenten voelen zich soms onzeker over deze manier van werken. “Ze moeten zelf ook nieuwe vaardigheden leren en meer coachend en gelijkwaardig met leerlingen omgaan. De leerlingen doen het onderzoek, hoe begeleid je dat? De docenten die dat aandurven en gewoon gaan experimenteren en doen... Dat vind ik echt klasse!”
Praktische tips voor docenten en teams die met LvDO aan de slag willen
Spreek als team heel duidelijk uit dat je op deze manier gaat werken. Zo zet je samen de verandering in.
Gebruik eerst het bestaande lesmateriaal op www.ep-floriade.nl en www.lvdo.nl. Het staat klaar. Na de ervaring kun je eventueel bijstellen.
Start je met een nieuw project of opdracht? Geef duurzaamheid expliciet een plek in het leertraject.
Zoek verbinding met elkaar en andere scholen. We hoeven niet allemaal het wiel uit te vinden.
Professionaliseer in je begeleidingsvaardigheden. Leer hoe je projectgroepjes die methodisch onderzoek doen, begeleidt.
En voor teamleiders
Geef hetzelfde vertrouwen aan je docenten als zij aan hun leerlingen geven. Faciliteer de docent zoals de docent de student faciliteert.
Bied docenten de tijd en ruimte om zelf ook te leren en ontwikkelen.